Beweegbare bruggen op de vrije baan op baanvakken met een "klassieke" beveiliging.
Beweegbare bruggen op de vrije baan worden beveiligd door afstandsseinen die vaak tevens blokseinen zijn en dan zijn opgenomen in een blokstelsel. Als deze seinen, zoals vele brugafstandsseinen, geen blokseinen zijn dan kan de brugwachter deze seinen geheel zelfstandig bedienen waarbij uiteraard rekening moet worden gehouden met de treinenloop.
De seinpalen zijn dan meestal rechtstreeks verbonden met de brugsloten; op elk landhoofd wordt dan een sein bediend. Dit sein kan alleen worden bediend als de brug gesloten en opgezet is.
Als sprake is van blokvensters dan is in de brugpost een blokkast geplaatst welke via sleutels is gekoppeld met de seinhandels op de landhoofden.
Ook kan een handelinrichting worden toegepast van waaruit in ieder geval één afstandssein maar vaak ook de beide afstandsseinen worden bediend.
De koppeling met het brugslot gaat via sleutels of via een handel in de handelinrichting.
Het sein aan de overzijde van de brug wordt dan bediend d.m.v. een handelinrichting die is geplaatst aan de overzijde van de brug en die d.m.v. een sleutel is gekoppeld aan de handelinrichting in de brugpost; ook is de bediening van het sein aan de overzijde van de brug electrisch mogelijk via een krukje of een trekker in de handelinrichting.
Veel bruggen zijn tegenwoordig voorzien van een electrische beveiliging, al dan niet via een sleutelrelaiskastje. Ook kunnen de afstandseinen electrisch worden bediend met een stelknoptoestel.
Brugposten die geen blokpost zijn, hebben toch in een aantal gevallen een vensterverbinding met het nabijgelegen station, waarmee aan dat station de verzekering wordt gegeven dat de brug veilig berijdbaar is.
De brugpost geeft in dit geval een treinrichtingsvenster aan het station. Als het station na het vertrek van de trein dit treinrichtingsvenster teruggeeft dan komt op de brugpost een voorbijgangsvenster vrij. Zodra de trein de brugpost passeert komt de hierboven geplaatste blokknopsper vrij waarna het voorbijgangsvenster kan worden bediend en het treinrichtingsvenster in de brugpost weer in de normale stand komt.
Deze situatie is ondermeer toegepast bij de brugpost Gouwebrug in het baanvak Alphen aan de Rijn - Bodegraven.
De blokkast in de brugpost Gouwebrug d.d. 9 maart 1965.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
De blokkasten in Alphen aan de Rijn d.d. 9 maart 1965.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
In een aantal gevallen worden de brugafstandsseinen door de trein zelf uit de stand "stop" gebracht door middel van een schakeling met geïsoleerde spoorstaven die op enige afstand van de brug zijn aangebracht. Vanzelfsprekend komen de seinen alleen uit de stand "stop" als de brug gesloten en vergrendeld is.
Deze situatie is ondermeer toegepast bij de brugpost A.G. Wildervankkanaal in het baanvak Zuidbroek - Scheemda.
De situatie bij de brug over het A.G. Wildervankkanaal in westelijke richting d.d. 7 mei 1977. (Foto: Wim Vos)
en een tekening van het tableau in de brugpost.
Brugbeveiligingen op de vrije baan op baanvakken met een "moderne" beveiliging.
Bruggen langs de vrije baan met automatisch blokstelsel zijn ook beveiligd met afstandsseinen. Deze seinen werken normaal automatisch, maar kunnen door de brugwachter in de brugpost via een sleutelrelaiskastje in de stand "stop" worden gebracht mits de sporen over een bepaalde afstand vrij zijn.
Met de sleutel uit het sleutelrelaiskastje kan de brug worden ontgrendeld.
Deze situatie is ondermeer toegepast bij de brugpost Koningshavenbrug in het baanvak Rotterdam CS - Dordrecht en de Hembrug in het baanvak Zaandam - Amsterdam CS.
Koningshavenbrug
De situatietekening bij Brugpost Koningshavenbrug en het tableau in de brugpost.
Alle bedieningshandelingen zijn hier beschreven.
Hembrug
Het interieur van de brugpost Hembrug d.d. 13 april 1984.
(Foto's: Wim Vos)
Brugbeveiligingen bij stations met een "klassieke" beveiliging.
Bruggen op emplacementen moeten, net als bij bruggen op de vrije baan, zijn beveiligd door afstandsseinen. Als de brug voorbij het inrijsein ligt (gezien vanuit post T), kan dit dit niet als brugafstandssein dienen en is een apart afstandssein nodig dat niet tot tot de stationsbeveiliging behoort.
Dit sein wordt dan vanuit de brugpost bediend zoals is beschreven bij bruggen op de vrije baan.
Het uitrijsein vanuit het station kan dienen als afstandssein aan de stationskant van de brug. Dit sein mag alleen uit de stand "stop" worden gebracht als de brug gesloten en vergrendeld is.
Bij elektrische beveiligingen met stelknoptoestellen wordt hieraan voldaan via de koppelstroomvoorwaarden terwijl dit bij mechanische beveiligingen is dit te realiseren door:
- het uitrijsein te laten bedienen in dubbele trekking door de brugpost;
- door toepassing van een treinrichtingsvenster dat de brugpost moet geven aan de post die het uitrijsein bedient;
- door toepassing van een brugvenster: als op de brugpost dit brugvenster is vrijgemaakt kan de brug worden geopend. De post die het brugvenster heeft gegeven kan het uitrijsein nu niet meer bedienen.
Vaak ligt de brug tussen de inrij- en uitrijseinen in, deze seinen zijn dan tevens de afstandseinen van de brug. De brugpost heeft dan meestal een brugvenster en een aankomstvenster die beide door het station worden gegeven.
De brugpost krijgt of het aankomstvenster of het brugvenster vrij en kan dus of het inrijsein bedienen of de brug openen.
Het station zelf bedient de uitrijseinen en dat kan alleen als het brugvenster niet aan de brugpost is gegeven.
Als de brugpost aan dezelfde kant van het water ligt als de stationspost dan wordt het inrijsein of electrisch bediend, of door trekdraden die in in een buis onder het water doorlopen, of vanuit een aparte handelinrichting aan de andere kant van de brug die bijv. via een sleutel is gekoppeld met de handelinrichting in de brugpost.
Deze situatie is ondermeer toegepast in Doetinchem en Purmerend.
Doetinchem
Het interieur van post T Doetinchem (links) en post II Doetinchem (rechts) d.d. 24 maart 1978.
(Foto's: Wim Vos)
Purmerend
De handelinriching HSM in post T Purmerend d.d. 20 maart 1976.
(Foto's: Wim Vos)
De handelinrichingen HSM in post I Purmerend (links) en post II Purmerend (rechts) d.d. 9 september 1979.
(Foto's: Wim Vos)
Brugbeveiligingen bij stations met een "moderne" beveiliging.
Bruggen die binnen het verantwoordelijksgebied van een stationsbeveiliging liggen, worden beveiligd door lichtseinen die bij relaisbeveiligingen vanuit de hoofdpost bediend.
Als deze seinen in de stand "stop" staan dan kan een ontgrendelknop worden bediend waardoor het personeel in de brugpost de brug kan ontgrendelen en openen.
De afstandseinen van de brug kunnen nu niet meer uit de stand "stop" worden gebracht.
Deze situatie is ondermeer toegepast in Helmond.
Het AR-tableau van Helmond d.d. 15 mei 1975.
(Foto's: Wim Vos)
Alle informatie is ontleend aan het boek De beveiligingen bij de Nederlandse Spoorwegen zoals samengesteld door de heren R. Ankersmit en J.G.C. van de Meene.
Terug naar Home
terug naar Uitleg